Geert Abels
Onderofficier technische dienst bij de Koninklijke Marine
Geboren: 1984
Zeekadetkorps: Leiding Zeekadetkorps Harlingen
Lid sinds: 1997
Als 13 jarig jongetje ging ik in 1997 een keer naar de jaarlijkse Visserijdagen in Harlingen. Hier was het korpsschip van het Zeekadetkorps Alkmaar, de Bulgia te bezichtigen. Natuurlijk vond ik dit prachtig om te zien omdat ik al van kleins af aan naar de Koninklijke Marine wilde. Op de open dag van de Bulgia kreeg ik een folder in mijn hand gedrukt waarop een telefoonnummer stond en dat ook in Harlingen een Zeekadetkorps opgericht zou worden.
Ik ben toen naar een korpsdag van het Zeekadetkorps Harlingen gegaan. Ik wist nog niet precies wat dit inhield maar vond het wel interessant. De Commandant destijds van de ex-Hr.Ms. Sittard van het ZKK Harlingen was Klaas Norg, die al bij de marine op dit schip had gevaren. De techniek vond ik meteen geweldig. Ik ben direct lid geworden en belandde in de machinekamer, onder leiding van leermeester Cees Rotering, die vroeger bij de marine een technische functie had. In de loop der jaren heb ik veel geleerd over de techniek aan boord. En ik leer nog altijd bij.
Ik ben bij het Zeekadetkorps begonnen als aspirant, stroomde door als zeekadet 3 en zeekadet 2 en ik haalde het brevet (diploma) machinist 2.
Op 17 september 2001 kreeg ik op 17 jarige leeftijd een aanstelling bij de Koninklijke Marine als Matroos 3e klasse, Technische Dienst Werktuigbouwkunde (machinist). Ik volgde mijn EMMV (Eerste Maritieme Militaire Vorming) in Den Helder, de EVO (Eerste Vak opleiding) voor de Technische Dienst in Amsterdam en de basisopleiding aan de NBCD-school (Nucleair Biologisch Chemisch Damagecontrole) weer in Den Helder.
Daarna ging ik als Matroos der 2e klasse voor een periode van 2 jaar aan boord van Hr.Ms. Mercuur, dat is een torpedowerkschip.
Dit schip helpt bij oefeningen van de onderzeeboten. Als die een oefentorpedo hebben afgeschoten, pikt Hr.Ms. Mercuur die weer op. Ook is dit schip soms het doel waarop de onderzeeboten de torpedo’s afvuren, gelukkig er wel onderdoor. Ik heb in die tijd verschillende reizen naar Noorwegen, Groot Brittannië en de Middellandse zee gemaakt. Na het afronden van mijn takenboek Technische Dienst werd ik bevorderd tot Matroos der 1e klasse.
Bij het Zeekadetkorps werd ik in 2003 bevorderd tot Kwartiermeester TD en een jaar later tot Bootsman. Bij de TD werk je niet alleen in de machinekamer. Je bent ook bezig met alle technische installaties aan boord. Bovendien help je de Nautische Dienst als die dat bij het onderhoud van de kleine vaartuigen nodig heeft.
Bij de Koninklijke Marine volgde ik de draai- en freesopleiding en werkte een half jaar bij de werkplaats van de onderzeedienst aan de wal. Daarna ging ik als Matroos der 1e klasse weer bijna 2 jaar naar Hr.Ms. Mercuur. In september 2006 ging ik bij de marine de VVO (Voortgezette Vak Opleiding) in (of te wel de Korporaals opleiding) en later naar de KOK opleiding (Kaderopleiding Korporaal) en de kaderopleiding op de NBCD school.
Ondertussen volgde ik de Onderofficierscursus van het Zeekadetkorps. Ik werd daar in 2006 bevorderd tot Opperschipper van de Technische Dienst. De rang van Schipper heb ik overgeslagen.
In de zomer van 2008 werd ik als korporaal geplaatst op de mijnenjager Hr.Ms. Urk. Het schip is van de Alkmaar-klasse, de opvolger van de Dokkum-klasse waar de Sittard van is. Wij voeren onder meer op de Middellandse zee en hebben daar verschillende havens aangelopen Daarna ben ik overgeplaatst naar Hr.Ms. Haarlem waar ik als systeemspecialist TDW werkzaam was. Dit is ook een mijnenjager van de Alkmaar-klasse. In de tussentijd heb ik verschillende opleidingen en cursussen met goed gevolg afgerond. O.a. Overleven op zee, Gasinstallatie en drukhouders, Brandslang en blustechniek, Matracs, Hydrauliek en Pneumatiek, Laagspanning, cursus sensoren.
Wij zijn eind 2010 gaan ‘opwerken’ (Most) in Zeebrugge voor onze deelname aan SNRFMCMG 1. Dat is een groep mijnenjagers uit verschillende NAVO-landen welke volledig gereed zijn om direct in oorlogsgebieden te worden ingezet. Na ongeveer een maand in SNMCMG1 te hebben gevaren met 5 andere schepen kwam in maart de bevolking van Libië tegen Khadaffi in opstand waardoor ons NAVO verband uit elkaar ging en wij samen met een Belgische en Engelse mijnenjager richting Libië vertrokken. Ons werk bestond voornamelijk uit het patrouilleren bij de kust van Libië, het opsporen van verdachte schepen en hen ondervragen. Ook hebben wij gezocht naar mijnen, welke door andere schepen ook daadwerkelijk zijn gevonden. Deze waren door aanhangers van Khadaffi aan de kust van Libië gelegd. Mijn reis zou oorspronkelijk eerst 3 maanden duren maar werd door de missie 5,5 maand.
Na deze reis kreeg ik een nieuwe functie bij de Marine. Ik kwam te werken bij de Haven- & Sleepdienst in Den Helder.