Gilbèrt de Bock

Gilbèrt de Bock

Reder

Geboren: 1976
Zeekadetkorps: Commandant Zeekadetkorps Alkmaar
Lid sinds: 1987

Als 11 jarig jochie had ik nog niet het plan om in de scheepvaart te gaan werken. Wel vond ik het al van jongs af aan geweldig om bezig zijn op en rond het water. Een klasgenootje zat al bij het Zeekadetkorps Alkmaar, dus een keertje met hem mee geweest. Twee weken later was ik lid. We hadden toen nog ‘De Houtman’ als korpsschip, een binnenvaartschip van 56 meter.

Het ms Saffier van De Bock Maritiem
Gilbèrt de Bock, als vicevoorzitter van het Zeekadetkorps Nederland wisselt schildjes met een Belgische Marinekadet.
Soms is een commandant gewoon een teamlid in een WR1-sloep, Gilbèrt de Bock met zonnebril.
Op de brug van de 'Saffier' van rederij De Bock Maritiem.
Op de brug van de 'Bulgia" van het Zeekadetkorps Alkmaar.
De bakstafel aan boord van de Bulgia
Op de brug van de 'Saffier' van rederij De Bock Maritiem.
Getrouwd

Door het zeekadetkorps werd ik al snel enthousiast over een beroep in de scheepvaart. Op 15 jarige leeftijd ging ik naar de zeevaartschool in IJmuiden om de opleiding Marof te doen. Dat was toen een nieuwe opleiding, een samenvoeging van de opleiding stuurman en machinist. Ik wilde eigenlijk stuurman doen, dat kon toen nog, maar men zei dat ik niet aan de bak zou komen als ik geen Marof had. Achteraf is dat onzin gebleken. Toch heb ik er altijd profijt van gehad enige basis kennis van techniek te hebben.

Overigens was het nog wel een strijd met mijn ouders om naar de zeevaartschool te gaan. Ik moest daarvoor namelijk mijn opleiding op de HAVO afbreken. Mijn ouders dachten dat mijn idee om te gaan varen een bevlieging zou zijn. Mijn moeder komt uit een binnenschipperfamilie. Zij heeft haar jeugd doorgebracht op een schip. Later, als mijn grootvader aan de reis was, zat ze in de kost bij het nonnenklooster. Maar buiten dat hadden mijn ouders geen binding met de scheepvaart. Zij zagen het dus allemaal niet zo zitten. Achteraf heb ik een goede carrière gehad en kunnen we dus concluderen dat ik gelijk heb gehad. Het is best vermoeiend altijd maar weer gelijk te hebben………….

De zeevaartschool heb ik uiteindelijk in vier jaar afgerond. In de tussentijd heb ik elke zomervakantie gevaren als matroos op de binnenvaart of kustvaart. Na de zeevaartschool ben ik eerst bij Wijsmuller gaan varen, de toen nog bestaande glorieuze sleepvaartrederij uit IJmuiden. Vervolgens mijn loopbaan voortgezet  en opgeklommen van leerling stuurman, 3e, 2e tot 1e stuurman. Dit bij verschillende bekende Nederlandse rederijen zoals Anthony Veder, Spliethoff etc. Ik heb veel van de wereld gezien maar ben uiteindelijk teruggekeerd naar waar mijn hart lag: de kustvaart.

Ik heb nog enige tijd als 1e stuurman bij diverse kapiteineigenaren gevaren. Op mijn 24e kreeg ik een aanbod om als kapitein op een kruiplijncoaster te varen als vaste aflosser van de kapiteineigenaar. Door het te kort aan personeel in de koopvaardij was het mogelijk zeer snel bevorderd te worden. Daar heb ik geen nee tegen gezegd. Het was de eerste jaren nog wel eens grappig:Autoriteiten in de haven negeren je volledig en vragen op hoge toon aan het oudste bemanningslid waar de kapitein is. Vervolgens worden ze doorverwezen  naar die jongen van 24 in de korte broek, die ze net straal voorbij liepen.

Maar goed. Na met diverse kapitein-eigenaren te hebben gevaren, leek mij dat ook wel wat, een eigen schip. Ondernemen zat me dan wel weer in het bloed. Mijn vader is ook onder-nemer, maar in een geheel andere sector. Echter, ik had natuurlijk geen geld voor het startkapitaal. Na wat bedelen om leningen bij mijn vader, een scheepsbouwfonds en een bevrachtingkantoor, had ik wat starkapitaal bij elkaar gesprokkeld. Net genoeg om de bank ook mee te krijgen. Toen ik 25 was, zette ik mijn handtekening voor de bouw van een 3200 tons coaster. De naam werd ‘Smaragd’ en kwam een jaar later in de vaart.

In de tussentijd was ik uiteraard al die tijd nog bij het zeekadetkorps Alkmaar gebleven en inmiddels van aspirant zeekadet opgeklommen tot zeekadetofficier 3e klasse. We hadden inmiddels een ander korpsschip, de ‘Bulgia’. Op een bepaald moment belde de commandant mij . Hij was al 15 jaar commandant en vond, ondanks dat hij nog wel bij het korps wou blijven, dat het tijd werd dat iemand anders het stokje overnam. En zo werd ik in 2007 op mijn 30e commandant van het Zeekadetkorps Alkmaar.

Met de onderneming ging het goed. Na vijf jaar als kapitein en eigenaar op de ‘Smaragd’ gevaren te hebben, werd het tweede schip besteld. Dit was een 6100 tons coaster, welke in 2008 onder de naam ‘Saffier’ in de vaart gekomen is. In 2011 kwam daar de 5200 tonner ‘Sardius’ bij.

Tegenwoordig ben ik nog steeds actief als commandant bij korps Alkmaar en als lid van het hoofdbestuur van het Zeekadetkorps Nederland. Ik vaar nog zo’n 3 6 maanden per jaar als kapitein op een van mijn eigen schepen. De rest van het jaar houd ik me bezig met het management van de drie schepen vanuit mijn kantoor in Alkmaar.

De leuke tijd die ik als kleine jongen bij het zeekadetkorps had, de activiteiten, het varen met de vletten en het korpsschip, de verhalen van kaderleden, die al gevaren hadden, dit alles heeft er toe geleid dat ik de juiste beroepskeuze gedaan heb.