Joris Zijlstra
Officier zeedienst bij de Koninklijke Marine
Geboren: 1988
Zeekadetkorps: Zeekadetkorps Amsterdam
Lid sinds: 1999
Vanaf dat ik het me kan herinneren, heb ik eigenlijk altijd al een fascinatie voor de scheepvaart gehad. Ik denk dat dit gedeeltelijk te danken is geweest aan mijn neef, die ook een tijdje zeekadet is geweest. Hij was bij het Zeekadetkorps Den Helder en is later naar de koopvaardij gegaan. Toen ik een jaar of 10 was, hoorde ik via zijn vader over het Zeekadetkorps.
Hierna ben ik zelf op zoek gegaan naar het dichtstbijzijnde korps. Dat bleek Amsterdam te zijn. Na een keertje daar te hebben gekeken op een korpsdag was mijn interesse gewekt. Helaas was ik op dat moment nog net iets te jong om lid te worden, maar vanaf het volgende seizoen mocht ik korpsdagen komen meedraaien. Wat duurde die paar maandjes lang op zo’n jonge leeftijd!
In september 1999, vlak na het zomerkamp, was het dan eindelijk zover. Mijn eerste korpsdag! Omdat ik met afstand de jongste was, moest ik gelijk meedraaien met de oudere kadetten, die allemaal al ontzettend veel wisten natuurlijk. Gelukkig leer je daardoor zelf ook vreselijk snel en al gauw kon ik met bijna alle activiteiten meedraaien.
Omdat je als zeekadet veel te maken krijgt met de Koninklijke Marine en zeker bij ons aangezien er toentertijd veel marinemensen rondliepen, raakte ik al gauw geïnteresseerd in de Koninklijke Marine. Toen een ander lid van ons naar het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM) ging om officier Zeedienst te worden, wist ik het zeker: Dat wil ik ook! 15 Augustus 2006 was het dan eindelijk zover. Na succesvol mijn VWO te hebben afgerond en alle keuringen te hebben doorstaan, stond ik met mijn tas op de stoep van het KIM. Ik ging de opleiding beginnen als adelborst voor de zeedienst. Wat er allemaal zou gaan gebeuren? Geen flauw idee!
De eerste weken van de opleiding staan in het teken van het militair worden. Uit een groep individuen wordt een hechte groep gevormd. Dit gebeurt door middel van een bivak van een aantal weken waarin je dag en nacht op elkaars lip zit. Al gauw merkte ik dat mijn verleden als zeekadet hier goed van pas kwam. Een hoop dingen zoals Knopen, Rangen en standen en het werken in een groep krijg je als zeekadet al bijgebracht. Dit komt zeker in de eerste weken goed van pas!
Na het eerste bivak vertrok ik met een groep gelijk voor de eerste vaartocht. De zogeheten bootjesreis. Deze reis is bedoeld om een beeld te vormen van de varende marine, mee te draaien met alle dienstvakken aan boord en zoveel mogelijk op te snuiven van het leven aan boord. Ook hier merkte ik een verschil in instapniveau met mijn klasgenootjes: Even een brandslangetje oprollen? Geen probleem!
Na de bootjesreis moet je dan toch een keer de collegebanken in. Want naast verschillende bivakken, sportlessen en praktijkoefeningen om leiderschapsvaardigheden bij te brengen, is de opleiding tot officier voor een groot deel theoretisch. De opleiding tot officier zeedienst (lang model) duurt in totaal vijf en een half jaar. Drie jaren daarvan bestaan uit een universitaire bacheloropleiding waarin je wetenschappelijk gevormd wordt. Ongeveer twee jaren bestaan uit het vaktechnisch onderwijs. Daarin naast de theorievakken zoals meteorologie, plaatsbepaling, radarsystemen en andere nautische vakken ook een aantal vaarstages.
Die stages zijn aan boord van de MOV Van Kinsbergen, het opleidingsschip van de marine, en aan boord van andere marineschepen. Zo heb ik tijdens mijn opleiding gevaren op de Hr. Ms. Amsterdam, de Hr. Ms. Makkum en de Hr. Ms. Tromp. Hr. Ms. Amsterdam is een bevoorradingsschip, Hr. Ms. Makkum een mijnenjager en Hr. Ms. Tromp een luchtverdedigingsfregat.
Een ander belangrijk aspect van de opleiding is het leven op het KIM. Afhankelijk van je opleiding woon je hier de eerste drie jaar van de opleiding in internaatsverband. Dit doe je als lid van het Korps Adelborsten. Elke adelborst maakt hier deel vanuit. In dit verband wordt een hoop activiteiten ontplooid. Zo is er op het KIM een groot aantal sportverenigingen, die allemaal bestuurd worden door en voor de adelborsten. Ook worden er reisjes naar het buitenland georganiseerd en wordt er deelgenomen aan allerlei (internationale) activiteiten zoals bijvoorbeeld de Great River Race in Londen.
Ik heb het in dit stuk eerder gehad over het bachelorgedeelte van de opleiding. Als officier zeedienst is het mogelijk om te kiezen uit drie studies te weten: Krijgswetenschappen (KW), Militaire Bedrijfswetenschappen (MBW) en Militaire Systemen en Technologie (MS&T). Als je besluit om KW te studeren krijg je vakken als krijgsgeschiedenis, internationale betrekkingen en militaire strategie. Tijdens de studie MBW komt aan bod hoe een organisatie is opgebouwd en hoe processen hierin verlopen. De theorie van de organisatiekunde wordt tijdens de opleiding direct vervlochten met voorbeelden uit de militaire praktijk. Ten slotte kun je kiezen voor de studie MS&T. Dit is een pittige technische studie waarin veel wiskunde en natuurkunde voorkomen. De laatste twee jaar van de theoretische opleiding staat in het teken van het afronden van deze verschillende bachelorstudies. Hierbij worden de studenten KW en MBW aan de KMA in Breda geplaatst tot aan het afronden van de opleiding.
Binnen de drie studies is het ook nog mogelijk om je te specialiseren. Ik heb gekozen voor de studie MS&T met als profilering navigatie. Hierbij ga je dieper in op verschillende navigatiesystemen en de theorie hierachter. De profilering wordt afgerond met een afstudeerperiode van 9 weken waarin de student dieper kan ingaan op een onderwerp dat voldoende raakvlak met de profilering heeft. Tijdens deze leuke maar toch ook zware periode wordt het geleerde uit de voorgaande jaren in de praktijk gebracht. Tijdens mijn afstudeerscriptie heb ik binnen het kader van dit onderzoek de nauwkeurigheid van GPS vergeleken met die van een ouder, robuuster systeem dat de laatste jaren sterk verbeterd is: Loran-C. Het leuke aan mijn afstudeerscriptie is dat het een deelontwerp was binnen een groter onderzoek dat aan de NLDA wordt gedaan. Hierdoor krijg je het gevoel dat je onderzoeksresultaten ook daadwerkelijk nuttig gebruikt worden. Naast de afstudeerrichting, die ik heb gedaan, zijn er talloze andere studierichtingen mogelijk aan de NLDA die ik hier niet allemaal noem. Kijk hiervoor op de website van de NLDA: www.nlda.nl.
Na het afronden van de scriptie wordt de opleiding afgesloten door een stage van een half jaar, de praktische bedrijfsintroductie (PBI). Hierbij wordt je geplaatst aan boord van een schip waar je een takenboek moet doen. Hierin staan opdrachten, die toepassing hebben op jouw eerste functie aan boord. Ook worden onderdelen, zoals calamiteitenbestrijding en scheepskennis getoetst. Tijdens de PBI moet ook de Zeewachtstandaard A gehaald worden. Dit is een bewijs dat de commandant het vertrouwen heeft dat iemand zelfstandig als wachtsofficier onder normale omstandigheden kan functioneren.
Na PBI blijven de meesten aan boord van het zelfde schip geplaatst. Ze gaan daar voor de eerstkomende paar jaren de functie van officier van de wacht op de brug vervullen. Dit is te vergelijken met de functie van stuurman op de koopvaardij. Bij de marine komt echter een hoop andere aspecten aan bod. Bijvoorbeeld helikopteroperaties en het op korte afstand manoeuvreren met andere schepen. Dit maakt de functie van officier van de wacht een erg uitdagende en veelzijdige baan waarbij veel flexibiliteit wordt verwacht.
Ik heb mijn PBI gedaan aan boord van Hr. Ms. de Ruyter. Ik viel gelijk met mijn neus in de spreekwoordelijke boter want het schip ging nog geen week nadat ik opstapte op een reis van 4 maanden. Tijdens deze reis waren wij het stafschip van de Standing Nato Maritime Group 1 (SNMG1). Dit is een taakgroep van NAVO eenheden die continue aan het oefenen zijn om in geval van onrust ergens in de wereld gelijk in te kunnen grijpen. Tijdens onze reis bestond de taakgroep behalve ons uit een Duits en een Canadees fregat en heeft ook nog even een Spaans fregat meegevaren. Het feit dat wij stafschip waren betekent dat wij een internationale staf aan boord hadden. Deze staf stuurde de andere schepen van de taakgroep aan . Het voordeel van een reis als deze was voor mij dat we veel aan het oefenen waren waardoor je snel leert. Aan het einde van deze reis heb ik dan ook ruim binnen de tijd mijn takenboek afgerond.
Inmiddels heb ik mijn opleiding afgerond en ben ik als wachtsofficier geplaatst op Hr. Ms. de Ruyter. Hier heb ik het voorlopig prima naar mijn zin. Na bijna 6 jaar opleiding is het lekker om eindelijk met je werk bezig te zijn! Tijdens mijn plaatsing ben ik bezig met het behalen van de zeewachtstandaard B. Dit is een soort van ervaringsbewijs dat nodig is om mogelijke functies na het wachtsofficierschap te kunnen vervullen.