Baksgewijs
Elke zaterdag is er bij elk korps in Nederland de bijeenkomst. Iedereen komt bij elkaar aan boord van het korpsschip. Vanaf het schip worden allerlei activiteiten georganiseerd. De korpsdag begint met een baksgewijs.
Op een zaterdag gebeuren veel verschillende dingen. Een groep zeekadetten gaat zeilen of roeien. Of varen met kano’s of rubberboot. Een andere groep – de wachtsbak – is met het schip bezig: opruimen en schoonmaken.
Het echte werk
Zeekadetten moeten hun eigen schepen zelf onderhouden. Dit betekent ook bijvoorbeeld sleutelen in de machinekamer, of het schip netjes in de verf zetten.
Als het korps met het grote korpsschip gaat varen ben je geen passagier maar een bemanningslid. Bij alles wat aan boord te doen is, leveren de kadetten hun deel. Aan het roer staan is leuk, de koers uitzetten noodzakelijk en zonder de bediening van de motor is varen niet mogelijk.
Plezier maken
Misschien lijkt dit allemaal erg veel op school: opleidingen en praktijkervaring opdoen. Toch is het heel anders. Bij een Zeekadetkorps ben je op een plezierige manier bezig met jongens en meisjes van je eigen leeftijd. Met elkaar ontdek je wat er op het water kan en nodig is. De korpsleiding en de instructeurs begeleiden je daarbij.
Met alle jongens en meisjes vul je het programma in. Samen bepaal je zelf de sfeer aan boord. Met elkaar maak je plezier in het Zeekadetkorps.